Afgelopen jaar merkte ik dat er meer mensen dan voorheen vragen hebben over een bijzondere vorm van onrust. Zij die er last van hebben noemen het een soort tic: ‘Ik zit de hele tijd te wiebelen. Soms krijg ik het ineens warm en voel ik een tinteling in mijn benen. Even bewegen is eigenlijk het enige wat helpt’.
Als ik doorvraag beluister ik dat ze de klachten vooral hebben wanneer hun lichaam in rust is. En dat het ‘s nachts het ergst is: ‘Mijn vriendin klaagt al weken dat ik zo lig te woelen en met mijn benen lig te maaien. Vannacht had ik ook echt weer jeuk. Het leek wel alsof er iets onder mijn huid zat’.
Bij zo’n omschrijving denk ik al snel aan het Restless Legs Syndroom (RLS). Het lastige van deze (slaap)stoornis is dat er weinig bekend is over de oorzaak. De klachten komen in diverse leeftijdscategorieen voor, zowel bij mannen als vrouwen. Ouderen hebben er vaker last van dan jongeren en soms is het erfelijk.
Mensen weten vaak niet hoe ze er praktisch mee om moeten gaan: ‘Het enige wat helpt is lopen of in beweging blijven. Maar ja, op het werk moet ik overdag aan mijn bureau zitten en ‘s avonds thuis kan ik ook niet de hele tijd aan de wandel. Maar vooral mijn nachtrust wordt verstoord nu ik zo slecht slaap’.

Mensen die genoemde klachten hebben gaan meestal eerst naar de huisarts. Preventief is er niet veel aan te doen, curatief wel. De huisarts schrijft medicijnen voor om de prikkeloverdracht tussen hersencellen te beïnvloeden om zo de jeuk te verminderen en nachtrust te bevorderen. Als iemand met RLS in mijn praktijk komt, combineer ik slaaphygiene en stresshantering met gerichte klachtbeleving.
Ik ga eerst na of je actief en passief kunt ontspannen. Bewust leren kijken naar je denken kan het piekeren stoppen. We gebruiken hierbij meditatie- en ontspanningstechnieken, gericht op de klachten en op je ademhaling. Soms kan je levensstijl aanpassen helpen, dus we bekijken gebruik van alcohol, koffie en suikers.
Ook proberen we je werk-prive balans te verbeteren, bijvoorbeeld door overdag meer te bewegen en je avond anders in te delen. Bij het leren omgaan met klachten is verder acceptatie erg belangrijk. Hiervoor gebruiken we technieken uit de acceptance and commitment therapie.
We richten ons daarnaast op de klachten zelf en jouw beleving daarvan. Een mooie metafoor is die van schone en vuile pijn. Stel je voor dat ik mijn teen stoot. De schone pijn is dat het stoten pijn doet, de vuile pijn is dat ik mezelf stom vind omdat ik mijn teen stoot. Ik denk bijvoorbeeld: ‘Wat ben ik toch altijd onhandig, nu kan ik die leuke pumps niet aan naar dat feestje’.
Bewustwording van het onderscheid tussen schone en vuile pijn leert je om je meer te focussen op wat precies de klacht is en wat jouw beleving ervan. Met dat inzicht kun je vervolgens leren om de negatieve beleving los te laten. Vaak ben je als dat lukt al een eind op weg en zul je de klachten minder belastend ervaren.