Superpsychologen
Pas geleden was ik op een netwerkavond. Michiel Linssen was daar ook en vertelde me over zijn trainingen op het gebied van de zogenaamde superpsychologen. Een mooi verhaal wat me aan het denken zette hoe we dit breder kunnen trekken. Wat maakt bijvoorbeeld dat bepaalde mensen succesvol zijn en hoe krijgen ze dat voor elkaar? Welke karakters doen het goed in het werk, welke niet en waarom?
Linssen schrijft in zijn artikel over ‘supershrinks’ dat zij ‘een deep domain specific knowledge hebben. Dat ze de theorie als het ware in zich opgenomen hebben. Hierdoor kunnen ze de behandeling aan iedere patiënt aanpassen en toch modelgetrouw behandelen’. Hij schrijft ook dat ‘superpsychologen continu gebruik maken van feedback, erg vaardig zijn in het vestigen van een therapeutisch alliantie, snel en vaardig handelen bij dreigende breuken en zich continu verder ontwikkelen in therapeutische vaardigheden’.
Ik zou hieraan graag nog willen toevoegen: optimisme, vrolijkheid en vertrouwen (zowel hebben als geven). Vanuit de positieve psychologie bekeken gaat het dan om een karakterschets met de juiste combinatie van eigenschappen. Naar mijn idee kun je de genoemde eigenschappen in elke intermenselijke omgeving gebruiken en ze helpen ons in tal van beroepen. Bijvoorbeeld docenten, tandartsen en consultants zullen ze ook herkennen. In zulke beroepen is de menselijke kant en het ‘in contact zijn’ erg van belang.
Feedback van cliënten
In mijn eigen praktijk krijg ik doorgaans van cliënten terug dat ik een unieke combi heb van enthousiasme, luchtigheid en empathie. Ook hoor ik wel eens dat ik al mijn zintuigen weet te gebruiken. Dat ik met humor zaken benader en tegelijkertijd diepgang heb. Verder hoor ik dat ik direct ben met veel respect. Ik zie dingen die eerder nog niet aan het oppervlak kwamen en weet mijn creativiteit te gebruiken. Ik doe blijkbaar dus wel iets wat voor veel mensen aansluit. Waarschijnlijk bezit ik ook wel enkele van de door Linssen genoemde eigenschappen, maar ik hou er niet zo van om mezelf boven een ander te plaatsen. De term superpsycholoog zou op die manier iets arrogants kunnen hebben, alsof super per definitie beter betekent.
Weet waar je kracht ligt
Ik denk echter niet dat het zo bedoeld is. Ik haalde uit zijn verhaal juist dat je als psycholoog niet alles zo maar kunt, maar dat je weet waar je kracht ligt en waar niet. En dat je dus ook tegen cliënten kunt zeggen dat je een beter alternatief in de vorm van een andere therapeut kunt bieden. Juist de superpsycholoog durft een behandeling te stoppen als het niet werkt. Het is dus eigenlijk iemand die ook kritisch naar zichzelf durft te kijken en een helikopterview houdt over wat er gebeurt in de kamer. Als je die lijn volgt kun je de boodschap van het artikel van Linssen zien als een soort zelfreflectie voor therapeuten binnen onze branche.
In de psychologie is empathie van essentieel belang. Verder zijn naar mijn idee belangrijk: transparantie, eerlijkheid, openheid, in verbinding zijn met een ander, vertrouwen op wat je kunt en daarbij kritisch zijn op jezelf, kunnen luisteren, reflecteren, oordeelsvrij vragen stellen, doorvragen, cliënten in hun kracht zetten en hen het vertrouwen geven dat ze het zelf kunnen.
Want hoe meer je vanuit je kracht werkt, hoe meer automatisch dit kan en dus op een onbewust niveau. Als je veel buiten je comfortzone aan het werk bent, moet je meer op bewust niveau werken en kom je minder goed uit de verf, want alles kost daarmee energie. Een baan in je kracht waarin je binnen je comfortzone mag werken geeft het meeste resultaat voor jezelf en je werkgever. Dus als je bijvoorbeeld doet wat je als psycholoog goed kunt, dan blijkt in de praktijk dat er minder sessies nodig zijn. Dat is winst voor de cliënt. En tijd is geld, dus hoe sneller en efficiënter we werken, hoe minder tijd en geld het kost.
Kracht vergelijken
We leven in een prestatiegerichte maatschappij en meten daardoor veel. We proberen dus ook onze krachten te meten en die dan te vergelijken met de krachten van een ander. Als je ervan uitgaat dat iedereen een bepaalde mate van onzekerheid heeft, geeft het gevoel van beter te zijn ons zekerheid en daar groeien we van. We meten ons dus uiteindelijk met anderen vanuit zelfbehoud. Daar komt denk ik het streven naar efficiëntie en effectiviteit vandaan bij mensen.
Inzicht op jouw kracht
In de huidige tijd moeten we vooral alles kunnen en super zijn. Iedereen heeft bepaalde basiskwaliteiten en door deze verder te ontwikkelen kun je op jouw gebied super worden. Denk hierbij aan de 10.000 uren regel: als je iets vaak genoeg doet word je er een expert in (al denkt niet iedereen er zo over). Door zicht te hebben op jouw krachten en die te benutten kun je tevreden blijven. Zelfs als een ander meer in huis heeft. Het is daarbij naar mijn idee belangrijk of je kritisch bent op jezelf, of je durft om alleen de dingen te doen die binnen je kracht liggen en andere klussen af te stoten. Dus durven aan te geven dat iets niet bij je past of dat je er niet goed in bent.
Het is goed om het potentieel uit jezelf te halen en daar tevreden mee te zijn. Dat is op zichzelf al super. Ik denk overigens dat in de kern iedereen super is, maar door het meetbaar te maken en aan sommige eigenschappen een bepaald gewicht toe te kennen zijn we gaan bepalen en onderscheiden wie een topper is en wie niet.
Neem bijvoorbeeld het beroep van professioneel voetballer. Het gros van de mensen verdient zijn geld niet met voetbal. Als dus in het voetballen ansich jouw potentieel ligt en je kunt er je geld mee verdienen, dan kun je al heel gelukkig en top zijn bij FC Utrecht. Je hoeft van niemand naar Barcelona of Manchester United om gelukkig te zijn. Als je je bij Utrecht desondanks ongelukkig voelt en persé bij een topclub wilt slagen, is het misschien goed om te kijken of er een beroep of bezigheid is waarin je beter je ei kwijt kan.
Angst voor verandering
Verder heerst er helaas bij mensen ook vaak een ’toe maar’ mentaliteit. Ze hebben een diepgewortelde angst voor verandering en soms voelt het zelfs of ze in een gouden kooi zitten. Zeker in economisch slechte tijden ga je niet altijd staan voor wat je in huis hebt. Dan ben je op de eerste plaats aan het overleven. Je kunt je simpelweg niet veroorloven om dieper te graven naar je eigen mogelijkheden. Pas als er aan een deel van de piramide van Maslow is voldaan kun je werken aan ontwikkeling en persoonlijk leiderschap.
Ik denk dat als je in je kracht staat, je altijd het beste uit jezelf kunt halen. Het betekent wel durven kiezen en ergens voor staan en ervoor gaan. Je kwetsbaar opstellen, niet alle klussen zomaar aannemen, oprecht zijn naar wat je een ander kunt bieden en gaan voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. Dat kan allemaal best spannend zijn, want daarmee steek je je hoofd natuurlijk wel een beetje boven het maaiveld uit.