‘Het nieuwe werken’ staat volop in de aandacht. Werken op een plek en een tijdstip waarop het jou zelf uitkomt. Dat klinkt als een utopie, maar wordt door velen gezien als de toekomst op de werkvloer. Al helemaal als je bedenkt dat over niet al te lang de vergrijzing op zijn hoogtepunt is, en er veel ouderen langer moet werken. Kan dit niet beter thuis? In september werd het startschot gegeven voor de campagne ‘Het nieuwe werken doe je zelf’, en in november is er zelfs een ‘Week van Het Nieuwe Werken’. Maar Nederland lijkt er nog niet helemaal klaar voor.
Voordelen nieuwe werken
Op de site van de campagne, die wordt ondersteund door zowel de overheid als grote bedrijven, staan de voordelen al op een rijtje. Meer efficiency, minder reistijd, beter voor het milieu en een betere verhouding tussen werk en privé zijn er enkele. Ook word de Week van Het Nieuwe Werken aangekondigd. Van 8 t/m 14 oktober zal het collectief de campagne ondersteunen met workshops, masterclasses, tools en tips over bijvoorbeeld het efficiënt toepassen van software die het werken-op-afstand makkelijker moet maken.
Blijven leren
Maar is Nederland er wel klaar voor? Joost Schippers, hoogleraar arbeid en emancipatie-economie aan de Universiteit Utrecht denkt dat een omslag van de huidige ‘1 keer leren voor 1 baan’ instelling naar een flexibele mentaliteit niet zo makkelijk zal zijn. In een interview met Nu.nl zegt de professor “Het zal wennen worden. We zullen ons aan moeten leren dat we op latere leeftijd van baan moeten wisselen. We moeten blijven leren.” Deze omslag in denken bemoeilijkt de overgang naar het flexibele werken. “Wij zijn er niet mee opgevoed. We moeten eigenlijk op de middelbare school al mensen duidelijk maken dat blijven leren essentieel zal zijn.”
Verdeelde meningen
Uitzendbureau Unique heeft pas een enquête gehouden onder 522 mensen. Daaruit blijkt dat 54% het flexibele werken wel ziet zitten. Een groot deel (42%) denkt dat hun werk op ieder tijdstip en op elke plek gedaan kan worden. Slechts 12% zegt dat dit al het geval is op zijn of haar werkvloer. Maar 30% van de respondenten geeft aan niets te zien in de nieuwe ontwikkelingen. Nederland is verdeeld, zacht uitgedrukt.
Ook het TNO heeft onderzoek gedaan naar het toepassen van het nieuwe werken. Het stelt dat dit het toekomstige arbeidstekort goed kan opvangen. Een flexibele werktijd zou namelijk de beste manier zijn om ouderen in de huidige functie door te laten werken. Want die pensioensleeftijd van 67, die lijkt onvermijdelijk.
Productiviteitsstijging
Er wordt ook vaak beweerd dat het nieuwe werken zal leiden tot productiviteitsstijging. Henny van Egmond, adviseur van bedrijven en overheid m.b.t. het nieuwe werken en spreker op vele congressen over dit onderwerp, maakt hier op de site Het Nieuwe Werken Blog korte metten mee. Aan de hand van voorbeelden als Microsoft en het Noorse telecombedrijf Telenor laat hij zien dat weliswaar de productie stijgt, maar dat dit evenredig gaat met een stijging van de arbeidsuren. Het effect van overal kunnen werken is namelijk, stelt hij, dat men ook daadwerkelijk over gaat werken. Hij stelt dat de grens waarop flexibele werknemers voelen dat werk de privésfeer beïnvloedt ongeveer 57 uur is. Bij een ‘normale’ (9-5) werknemer is dit de gewone 38 uur. Je kunt er dus langer tegenaan als ‘flexibele’ stelt van Egmond, en dat zal ook gebeuren. Een toename van workaholics dus.
Nederland is er dus nog niet over eens. Zijn we er al aan toe? Of zitten we nog vastgeroest in de 9-to-5 mentaliteit. En hoe houden we de balans tussen welzijn en werk, als we het werk mee naar huis nemen. Wegen de voordelen die zo geroemd worden door de overheid op tegen de risico’s voor de privésfeer? Een ding staat vast, er zal wat moeten gebeuren.