In deze periode van feestdagen zijn er regelmatig grote groepen mensen op straat. Met de recente aanslagen in Europa in het achterhoofd sta ik stil bij wat angst, stress en alertheid eigenlijk zijn. En bij wat de relatie is met de dreiging die we (geacht worden te) voelen.
Angst is een gevoel. In combinatie met gedachten en gedrag kan angst met ons aan de haal gaan en ervaren we paniek. Bij angst weten we niet altijd waar het vandaan komt en hoe we er vanaf komen. Stress is druk ervaren. Er is een stressor (bijvoorbeeld een gebeurtenis) en door onze beleving, weerbaarheid en gevoel van controle kunnen we daar wel of niet mee omgaan. Hoe minder we voelen dat we het aankunnen, hoe meer stress we ervaren.
Angst en stress kunnen samengaan, maar het zijn verschillende fenomenen. Stress kan tot angst leiden en angst kan tot stress leiden, het kan elkaar in negatieve zin versterken. Stress kan overigens ook een gunstig effect hebben, de stresscurve laat zien dat we een bepaald niveau van stress nodig hebben om tot optimaal functioneren te komen.

fotocredit: openclipart
Alertheid
Als je alert bent gaat je lijf ‘aan’. Grote spieren spannen zich, je zicht wordt specifieker en spijsvertering en voortplanting gaan in ruststand. Verder gaat de ademhaling omhoog en versnelt de hartslag. Het verband tussen alertheid, angst en stress en de volgorde waarop ze zich manifesteren is dynamisch. Je ervaart bijvoorbeeld angst bij een enge film. Vervolgens word je alert op wat er gebeurt en daar krijg je stress van. Maar je lichaam kan ook door al aanwezige stress ‘aan’ staan, waardoor je alerter bent. Doordat je alert bent schrik je vervolgens eerder, wat weer wordt geassocieerd met angst.
Voor alertheid kun je iets meer ‘kiezen’ dan voor angst, al is dit door inprenting, sfeer en reacties van anderen soms moeilijk. Je kunt bijvoorbeeld als je gaat wandelen in een gebied met beren vertrouwen op je gevoel van voorzorg en gezond alert zijn. Als je uit dat gebied bent laat je de alertheid weer los. Angst is iets waar je naar kunt leren kijken en waar je je tot op zekere hoogte niet in mee kan laten slepen. Maar je angst volledig sturen is lastig, vooral als een plotselinge gebeurtenis je angstgevoel ineens stimuleert.
Angst relativeren
Het angst- en stressniveau verschilt bij directe dreiging en latente dreiging. Bij directe dreiging moet je iets, als je bijvoorbeeld een geweer tegen je hoofd hebt kun je de angst en stress moeilijk uit de weg gaan. Bij latente dreiging heb je meer de mogelijkheid om je kop in het zand steken en te denken dat je onfeilbaar bent.
Vaak zie je na aanslagen dan ook reacties als: ‘De reeds geplande activiteiten gaan gewoon door, we buigen niet voor terreur’. Dit komt omdat angst een emotie is die we niet willen toegeven, we houden ons groot en tonen ons ego. We willen niet dat aanslagen ons uit ons normale leven halen. Normale dingen blijven doen maakt dat we daarmee de angst relativeren en op een bepaalde manier dus ook ontkennen.
Constante spanning
Introverte mensen die spanningen binnenhouden, mensen met neurotische kenmerken of een van nature angstiger karakter zijn gevoelig voor angst, stress en alertheid. Eerdere ervaringen spelen ook een rol. Ben je bijvoorbeeld ooit lastig gevallen op straat, dan ben je alerter. Werd je als kind mishandeld, dan vertrouw je anderen minder snel. Door middel van stresshanteringsmethoden als acceptatie- en commitmenttherapie, mindfulness en cognitieve gedragstherapie kun je het beter leren hanteren.
De psychologische prijs van constant in alertheid verkeren kan vrij hoog zijn. Je ziet de wereld negatiever, mentaal en lichamelijk raak je uitgeput en daarmee heb je minder emotionele veerkracht. Sluimerende spanning en angst kunnen leiden tot teveel aanmaak van cortisol en adrenaline, wat schadelijk is voor je hersenen in langdurige en te grote doses. Gespannen en angstig zijn is van invloed op je immuunsysteem, darmwerking en bijnieren.
Wanneer daarbij aan de tweede laag van Maslow (veiligheid) niet of onvoldoende wordt voldaan, blijf je rond dat niveau steken en is er geen ruimte meer voor de hogere niveaus van ontwikkeling, samenwerken en creativiteit. Je blijft in de overleefmodus.
Vertrouwen
Als je in dreiging leeft kan dit ook beïnvloeden hoe je mentaal naar je omgeving kijkt en hoe je over normaal gesproken gewone situaties oordeelt. Bij dreiging ben je veel alerter op gevaar. Je hoort wel eens: ‘Elke onbeheerde tas is een bom, iedereen die zich afwijkend gedraagt een terrorist’. De wereld beleef je dus niet op een ‘gezonde’ manier, waarin iedereen in de kern goed is en er voor je wil zijn.
Je kunt je afvragen wat je als burger moet denken van gepubliceerde dreigingsniveaus. Zijn ze realistisch en noodzakelijk of is het onnodige bangmakerij? Gelukkig gaat in Nederland de NCTV met het publiceren van de dreiging vrij terughoudend om. We mogen denk ik blij zijn dat onze autoriteiten hierin het volgens sommigen verkeerde Amerikaanse voorbeeld niet volledig volgen. Hoe dan ook, de waarheid over mate en aard van dreiging blijft voor de gewone mens moeilijk te toetsen. We zullen moeten vertrouwen op wat ons wordt verteld.
Informatie
Hetzelfde kun je stellen over de berichtgeving van media. Als je bijvoorbeeld leest wat Joris Luyendijk zegt in Het zijn net mensen dan geven media vaak maar een deel van het verhaal weer. Mij valt op dat de waan van de dag regeert en dat het soms riekt naar sensatiezucht. Mediatijd en -ruimte moeten gevuld en dus is er flink wat opinie en worden feiten tot in den treure herkauwd. Het is op zich goed dat er informatie gegeven wordt. Ik blijf mezelf echter graag afvragen hoe waar, volledig en genuanceerd de informatie is.
Het helemaal niet geven van informatie door overheid en media lijkt me, ondanks dat je je kunt afvragen hoe betrouwbaar informatie is, toch ook niet wenselijk. Als er een verhoogde dreiging is, is het toch wel fijn dat je weet waar en wanneer die dreiging mogelijk speelt en of je alert moet zijn. Taal speelt in de manier waarop men hierover communiceert een grote rol en is zeker iets om alert op te blijven.