De Europese Raad van het Brein (EBC) heeft het jaar 2014 uitgeroepen tot het Europese Jaar van het Brein. In de persberichten, die door verschillende vakorganisaties gretig worden gekopieerd, staat dit ‘bijzondere’ jaar als volgt omschreven. “Een ambitieus project met als doel de Europese burger bewust te maken van het functioneren van ons meest gecompliceerde orgaan: de hersenen”.
Als startpunt voor mijn bewustwording duik ik de boekenkast in en kies voor de ruim 900 pagina’s tellende pil van A4 formaat, genaamd Psychologie, een inleiding. In dit boek van uitgever Academia Press uit halverwege jaren negentig staat een apart hoofdstuk over ‘de biologische ‘Basis van het Gedrag’. De derde paragraaf beschrijft het specifieke onderwerp ‘hersenen’.
Aandachtig blader ik door de subparagrafen die gaan over technieken om de hersenen te bestuderen. De hersenstam, het cerebellum, de thalamus, de hypothalamus, het lymbische systeem, de cerebrale cortex en de hemisferische lateralisatie. Ik begrijp wel waarom de EBC in het persbericht spreekt over ‘ons meest gecompliceerde orgaan’.
Mannen en vrouwen verschillen
Aan het einde van de paragraaf kom ik een stuk tekst tegen met de vragende titel: ‘Zijn de hersenen van mannen en vrouwen verschillend?’ Hierin valt te lezen dat de hersenen van mannen gemiddeld 15% groter zijn dan die van vrouwen. Er staat dat dit deels, maar niet volledig, toe te schrijven is aan het feit dat mannen een groter lichaam hebben dan vrouwen.
Verder concentreren de structurele verschillen tussen de hersenen van mannen en vrouwen zich volgens het stuk vooral in de hypothalamus. Het onderdeel dat onder meer verantwoordelijk is voor het voortplantingsgedrag. Ik lees verder en het wordt snel erg technisch. De termen lateralisatie en hemisfeer passeren meermaals de revue.
Waar vrouwen beter in zijn
In het kader op de pagina ernaast staat een wat meer toegankelijke grafiekachtige weergave, die gaat over de taken waarop mannen en vrouwen verschillen. Zo scoren vrouwen blijkbaar beter bij testen waarbij men zo snel mogelijk moet aangeven welke figuren met elkaar overeenkomen. Ook onthouden ze beter dat een voorwerp of een reeks van voorwerpen van plaats is veranderd.
Vrouwen zijn volgens de grafiek op bepaalde gebieden vlotter dan mannen. Zo scoren ze beter op wat omschreven wordt als ideeënvlotheid, bijvoorbeeld het zoveel mogelijk voorwerpen met een bepaalde kleur opsommen. Dit geldt eveneens voor testen op verbale vlotheid. Vrouwen kunnen over het algemeen blijkbaar meer woorden achter elkaar opnoemen die beginnen met dezelfde letter.
Alles wat precieze bewegingen met de handen vereist, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van pinnetjes in een bord, is als we deze grafiek mogen geloven meer aan vrouwen besteed dan aan mannen. Tot slot scoren vrouwen hoger als het om rekentaken gaat.
Waar mannen beter in zijn
In wiskundige redeneertaken zijn mannen echter weer sterker. Ook kunnen mannen makkelijker uit de voeten met ingebedde figuren, waarbij ze een eenvoudige figuur in een complexe figuur moeten terugvinden. Mannelijke topdarters zijn waarschijnlijk bekender, omdat mannen volgens deze grafiek beter doelgerichte bewegingen kunnen uitvoeren, zoals het werpen en vangen van projectielen.
Mannen zien sneller dan vrouwen waar een nog niet uitgevouwen stukje papier met gaatjes zoal gaatjes zal laten zien als je het uitvouwt en over het algemeen zijn ze bedrevener in spatiale of ruimtelijke taken, zoals het omdraaien en keren van een object om gelijkenis te ontdekken. Handig voor de Tetris spelers onder ons.
De EBC wil dus dat we ons bewust worden van het functioneren van de hersenen. Je kunt je uitleven, want het internet staat vol met allerlei interessante en minder interessante herseninformatie. Ook zijn er nog talloze boeken over het onderwerp beschikbaar. En gelukkig heb je de tijd, het is immers heel 2014 nog Jaar van het Brein.