Wat motiveert ons mensen? We kunnen iets om twee redenen doen, zeggen veel psychologen: omdat we het zelf graag willen, of omdat er een externe prikkel is dat ons ertoe drijft, zoals geld of een andere beloning. Veel sociaal psychologen menen dat belonen schadelijk zou zijn voor de intrinsieke motivatie. Maar anderen spreken dit ook weer tegen. Zoveel onderzoeken, zoveel theorieën; is belonen nu ‘gevaarlijk’ of niet?
Intrinsieke en extrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie ligt ‘binnen’ onszelf. We doen iets omdat we het leuk vinden, uit interesse of nieuwsgierigheid, omdat het onze ontwikkeling stimuleert, of omdat we het gevoel hebben er een beter mens van te worden. Extrinsieke motivatie ontstaat door prikkels die van buitenaf komen, zoals inkomen, een prijs, of de waardering of een bedankje van een vriend of werkgever.
Motivatie en beloning
Er zijn globaal gezien drie opvattingen over het verband tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie en beloning. De eerste opvatting stelt dat er geen relatie is tussen beide. Een beloning toevoegen aan een intrinsiek motiverende taak heeft geen effect op de intrinsieke motivatie. De twee opvatting veronderstelt een positief verband. De beloning zou de intrinsieke motivatie versterken. De derde opvatting gaat uit van een negatief verband. Een persoon die met plezier werkt, zal dat werk minder prettig vinden als het ook extrinsiek beloond wordt. De beloning dooft de intrinsieke motivatie als het ware uit.
Pavlov versus Deci
Tot bijna een halve eeuw geleden werden de opvattingen sterk beïnvloed door het ‘behaviorisme’. Bekende namen binnen deze stroming zijn Skinner (1904) en Pavlov (1849), die ontdekten dat je dierengedrag kunt aan- of afleren door te werken met beloningen. Bij honden en andere dieren werkte die methode goed en dus werd hij overgenomen om toegepast te worden op mensen. Tot er in de jaren zeventig een studie verscheen van Edward Deci, waarin hij aantoonde dat belonen van gedrag op de lange termijn schadelijk zou zijn voor de intrinsieke motivatie. Dit wordt ook wel de cognitieve evaluatietheorie genoemd. Sindsdien vindt deze laatste opvatting de meeste steun in de psychologie en wordt die ondersteund door talloze andere onderzoeken.
Tegenstrijdige theorieën
Toch zijn er ook psychologen die dit standpunt sterk in twijfel trekken. Hun onderzoeken tonen aan dat er geen effect is, of dat beloning de intrinsieke motivatie juist bevordert, zoals het onderzoek van psycholoog Steven Reis van Ohio University. Maar hoe kunnen verschillende – objectieve – onderzoeken zulke tegenstrijdige uitkomsten hebben? Zijn ze toch niet zo objectief? Worden er andere methoden op nagehouden? Of worden er verkeerde conclusies getrokken? Professor Rob Vinke heeft een verklaring. In zijn proefschrift: Motivatie van belonen; de mythe van intrinsieke motivatie stelt hij dat geen van de theorieën volledig ondersteund kan worden. Het door elkaar halen van betekenissen, het soms onzorgvuldig combineren van gegevens en het ongenuanceerd toepassen van denkbeelden en conclusies heeft volgens Vinke geleid tot al die verschillende theorieën. Hij vindt dat er een einde moet komen aan de scheiding tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.
Wie heeft er gelijk?
Over de vraag of belonen nou schadelijk is voor de intrinsieke motivatie zullen de meningen onder psychologen altijd verdeeld blijven. Misschien moeten we wel beseffen dat alle gedrag een mengeling van beide soorten motivatie is, en af van het idee dat motivatie van binnenuit per definitie beter is dan extrinsieke motivatie.
Psychologe Roos Vonk zegt hierover in een artikel in NRC Handelsblad Wetenschap & Onderwijs van 22 mei 2005: “ Niet alles wat intrinsiek is, is heilig. Denk aan roken. Zulk dwangmatig gedrag is, net als extrinsiek gemotiveerd gedrag, niet ‘vrij’. Dat vind ik een veel interessanter onderscheid dan intrinsiek en extrinsiek: vrij en onvrij gedrag, ‘ik wil’ tegenover ‘ik moet’. In mijn praktijk als coach zie ik dat mensen die, bijvoorbeeld in hun werk, vanuit onvrijheid handelen – ik moet meer geld verdienen, mezelf bewijzen, alles goed doen, door iedereen aardig gevonden worden – eerder een burn-out krijgen. Niet omdat ze zo hard werken, maar omdat ze niet vanuit hun hart dingen doen en omdat ze daar weerstand tegen opbouwen. Ik probeer die mensen van ‘moeten’ naar ‘willen’ te begeleiden, van onvrij naar vrij gedrag. Dat is een onderscheid waar ik wél wat aan heb.”
Amerikaanse bestsellerauteur Daniel Pink over zijn visie op motivatie binnen bedrijven